‘Lees maar een paar hoofdstukken Max Havelaar, dat is genoeg,’ zei mijn docente Nederlands tien jaar geleden. Daarmee was de 19e-eeuwse literatuur op mijn boekenlijst wat haar betreft afgevinkt. Nu weet ik wel beter: de 19e eeuw, en dan met name de periode 1850-1880, is een goudmijn aan literaire anekdotes en verhalen. Hoog tijd voor een herwaardering. In deze eerste aflevering van de Tzum-reeks ‘vergeten boeken’ het verhaal van een boek dat in 1854 de Nederlandse literatuur volledig op scherp zette: Licht- en schaduwbeelden uit de Binnenlanden van Java van Franz Wilhelm Junghuhn (1809-1864).
Nederland, 1850. De ‘Biedermeier-periode’ (1815-1848) zat er net op, een tijd waarin burgerlijkheid en rust de toon hadden gezet. Maar hoewel op politiek niveau zich in 1848 een revolutie had voltrokken, was er nog steeds weinig ruime voor nieuwe filosofische en literaire ideeën: wie in Leiden studeerde, kreeg nog gewoon de conservatieve theologie op zijn bord. Terwijl schrijvers in Duitsland in hun romans waren begonnen te experimenteren met spinozistisch en atheïstisch gedachtegoed, was de Nederlandse literatuur haar ‘brave’ karakter nog niet kwijt. Sterker nog: wie in een goede maatschappelijke positie verkeerde, dacht wel twee keer na voor hij zijn naam op een roman zette. Literatuur was inferieur en mogelijk schadelijk voor je verdere carrière. (meer…)